Een reis om de wereld. Zoektocht naar de identiteit van Haagse bioscopen in de jaren vijftig - Elisa Mutsaers 1997
Eén van de 25 Haagse theaters was de journaalbioscoop Cineac. De plek aan het Buitenhof waar deze bioscoop vandaag de dag [1997 EM], zij het onder de naam Tuschinski, nog steeds staat, kent een rijke geschiedenis. Het gebouw heeft vele bestemmingen gekend, waaronder de chocoladefabriek van Caillou en logement van de steden Enkhuizen en Alkmaar in de tijd van de Republiek. In 1903 werd het gebouw tot een dependance van het exclusieve hotel-restaurant ‘De twee Steden’ verbouwd. Ook nu nog, na de laatste verbouwing in 1995 tot bioscoop Tuschinski, valt ‘Des deux villes’ in gouden letters op de gevel te lezen.
De locatie aan het Buitenhof was toen al uitstekend geschikt als locatie voor een journaalbioscoop en zou dat ook in de jaren vijftig nog zijn. De ingang van het pand lag midden in het centrum, omgeven door winkelstraten. De journaalbioscoop Cineac werd op vrijdag 27 september 1935 geopend. De opening, waarbij talrijke autoriteiten uit diverse landen aanwezig waren, vond plaats met een galavoorstelling rond de nieuwsfilm Een reis om de wereld.
De bioscoop was open van 10 uur ‘s ochtends tot 12 uur ‘s nachts en was toegankelijk voor alle leeftijden. Op ieder moment van de dag kon het publiek naar binnen. De lage toegangsprijs zorgde ervoor dat winkelende passanten ook overdag de bioscoop bezochten. Veertien uur per dag werden doorlopende voorstellingen gegeven van korte geluidsfilms, die voor het grootste gedeelte uit journaals bestonden. Deze journaals werden aangevuld met eenakters en reclame. Een programma duurde tussen de drie kwartier en een uur. Niet voor niets werd in de openingsadvertentie een wereldbol met de tekst ‘Een reis om de wereld in vijftig minuten’ afgebeeld. De bioscoop had 548 zitplaatsen.
De lichtreclame op de gevel was opvallend, maar het interieur van het theater was in lichte, rustige kleuren gehouden. Veel wit en lichtblauw met hier en daar een donkerblauw accent overheersten. Volgens de toenmalige berichtgeving was de projectiecabine voor die tijd technisch zeer goed toegerust. Bij de opening van het theater in 1935 was het niet de bedoeling langer dan tien jaar door te gaan met de exploitatie van het gebouw als bioscoop. Na de Tweede Wereldoorlog bleek de behoefte aan ongecensureerd nieuws en ontspanning echter zo groot, dat Cineac de eerste jaren na de oorlog zeer succesvol kon blijven bestaan. Met de komst van de televisie werd de behoefte om nieuws in de bioscopen te zien steeds minder. Cineac werd van journaalbioscoop, een ‘gewone’ bioscoop en is naast Metropole het enige Haagse theater dat de tand des tijds doorstaan heeft. [anno 1997 EM]
In de jaren vijftig behoorde Cineac tot het Cineac-concern, dat ook bioscopen in Amsterdam en Rotterdam bezat. Nog twee andere theaters in Den Haag tot het concern: het doorvertoningstheater Rex (waarover later meer) en navertonings/familietheater Musica (tot 1955). Deze Haagse theaters waren ondergebracht in Cineac Den Haag NV.
De programmering in Cineac was afwijkend van die in de andere theaters: er werden hier namelijk geen speelfilms vertoond. Hetzelfde stramien van doorlopende voorstellingen dat in de jaren dertig de programmering had bepaald, werd ook in de jaren vijftig nog gebruikt. Het theater ging ‘s ochtends al om 9.00 uur open en sloot pas om 24.00 uur. Op zondag gingen de deuren om 11.30 uur open. Het was de bedoeling dat het publiek bleef zitten tot het moment waarop datgene wat al gezien was, weer vertoond werd. Portiers en ouvreuses konden aan de nummering van de toegangsbewijzen controleren of mensen niet te lang bleven zitten. Het overgrote deel van het publiek deed dit ook niet, het was immers niet echt interessant twee of meer keer hetzelfde te zien. Mensen die wel bleven zitten, hadden waarschijnlijk niets beters te doen of ..... waren tijdens de voorstelling overleden. Volgens de heer van Schaik, aan het einde van de jaren veertig portier in Cineac, is dit één keer in het theater gebeurd.
Iedere donderdag werd een nieuw programma gestart. Wanneer de hoofddocumentaire een groot succes was, werd deze nog één of twee weken geprolongeerd, maar dit was ook afhankelijk van de verhuurder. Als deze de film al aan andere bioscopen verhuurd had, was prolongatie niet mogelijk. De journaals waren vanzelfsprekend iedere week nieuw. Er werd begonnen met het Neêrlands Nieuws van Polygoon Profilti, gevolgd door het wereldnieuws van dezelfde Nederlandse maatschappij of van de buitenlandse maatschappijen Rank of Fox Movietone. Tussen 1958/59 en 1962/63 maakte ook de Nederlandse producent Haghe Film een Nederlands nieuwsbulletin, De spiegel van Nederland getiteld. In de Cineac bioscopen werd een eigen samenstelling van hoogtepunten uit al deze journaals gemaakt. Na de journaals waren er vervolgens één of meerdere tekenfilmpjes te zien, die voor de kinderen, die met hun ouders meekwamen, het meest interessant waren. In de filmladders van de Haagsche Courant adverteerde Cineac regelmatig met ‘Op zondag en woensdag van 1-6 uur 2 tekenfilms’. Op alle andere dagen werd na de tekenfilm een korte documentaire vertoond.
Vooral in de jaren direct na de oorlog, maar ook nog regelmatig in de jaren vijftig, stonden er vaak rijen voor de kassa tot op de Hofweg. Eén van de grote publiekstrekkers aan het eind van de jaren veertig (1948 of 1949) was de Russische Sportparade, waarin tal van Russische atleten meeliepen in een enorme parade en hun tak van sport vertegenwoordigden. Het hoogste aantal bezoekers op één dag werd bereikt bij de vertoning van een film in 1939 die prins Bernard zelf had gemaakt over de eerste stapjes van zijn dochter Beatrix, Ons prinsesje loopt. Juliana en Bernard kwamen toen bovendien zelf naar Cineac om het filmpje te bekijken.
Het jaar 1962 was een goed jaar voor het theater doordat toen veel Oranjefilms werden vertoond. De praktijk leerde dat films met een hoog Oranjegehalte de meeste bezoekers trokken. Verantwoordelijk voor het topjaar 1962 waren de kassuccessen Zilveren huwelijksfeest koninklijk paar, De princessen in de West, Sprookjesreis van princes Beatrix en Plechtige uitvaart van HKH Princes Wilhelmina. Het jaar 1963 was heel wat minder succesvol doordat er weinig Oranjefilms draaiden. Het publiek moest het toen doen met titels als Het Concilie en De Kroning van Paus Paulus VI.
Het publiek dat Cineac bezocht moet een dwarsdoorsnede van de bevolking zijn geweest. Uit interviews blijkt dat zowel echtparen als jeugd, winkelend publiek en gezinnen de bioscoop bezochten. Vanwege de doorlopende voorstellingen en de lage toegangsprijzen trok de bioscoop ook zwervers en spijbelaars aan. In 1962 bedroeg de toegangsprijs bijvoorbeeld fl. 0,60 voor volwassenen en voor kinderen tot en met 14 jaar op werkdagen fl. 0,50.
Het 25-jarig bestaan van de bioscoop in 1960 werd gevierd met een retrospectieve film van Polygoon-Profilti met als onderwerp vijfentwintig jaar wereldgeschiedenis. Die afgelopen vijfentwintig jaar had de bioscoop 27 à 28 miljoen bezoekers gebracht en had 180.000.000 meter film de projector doorlopen. Ruim de helft hiervan bestond uit journaals.
Vanaf 1967 werd in Cineac gestart met een nieuwe formule. Van 9.00 uur tot 18.00 uur bleven de journaalprogramma’s, aangevuld met tekenfilms en een documentaire gehandhaafd, maar in de avondvoorstellingen werden nu ook speelfilms vertoond. Later zouden de journaals helemaal verdwijnen en zou Cineac eerst een gewone bioscoop worden en later zelfs een multiplex.