
De premièretheaters Rex en Apollo namen een bijzondere plaats in en vormden een tweede categorie, omdat zij hun films niet volgens het reguliere vertoningsschema van enkele vaste voorstellingen per dag vertoonden, maar in een doorlopende voorstelling. Het publiek kon op ieder moment van de dag in en uit lopen.
Een derde categorie vormden de navertoningstheaters Du Midi, Odeon, Corso, De Roskam, West End, Olympia, Capitol, Rembrandt, Musica, Seinpost en de Kurzaal. In deze theaters waren juist nooit de nieuwste A-films te zien. Sommige hadden echter wel premières van B of C-films. Wanneer een bioscoop tot een keten behoorde, werden vaak de A-films die hun première in één van de premièrebioscopen van de keten beleefden, na enige weken overgeplaatst naar een ‘nadraaier’ binnen dezelfde keten.
Deze groep van navertoningstheaters kan weer nader worden gespecificeerd in bijvoorbeeld wijkbioscopen en familietheaters. Vele theaters waren nadraaier, wijk- of buurtbioscoop én familietheater tegelijk. Echte buurtbioscopen waren theaters waar het grootste gedeelte van het publiek uit buurtbewoners bestond. Vaak was dit publiek vaste klant.

Journaalbioscoop Cineac, in Den Haag de enige in zijn soort, vormde de zesde categorie. In een journaalbioscoop werden vanzelfsprekend journaals, maar ook documentaires en tekenfilms vertoond. Het publiek kende het programma, dat een klein uur duurde, als Een reis om de wereld in vijftig minuten. Belangrijk was dat de programmering in de vorm van een lopende voorstelling plaats vond, zodat het publiek het theater, net als in de doorvertoningstheaters Rex en Apollo, op elk moment van de dag binnen kon lopen. In tegenstelling tot de doorvertoningstheaters werden er in journaalbioscoop geen speelfilms gedraaid.
De laatste twee categorieën worden gevormd door de art-houses De Uitkijk, Kriterion, Camera en Bijou. Hier werden films gedraaid die doorgaans niet in de reguliere bioscopen vertoond werden. Het ging hierbij om (culturele) films met een zekere artistieke pretentie. Doordat het publiek voor dit soort films kleiner was, waren ook de theaters minder groot opgezet. Kriterion nam binnen de art-houses een unieke positie in doordat alleen studenten in het theater werkzaam waren en daardoor een studentenbioscoop genoemd kan worden.
Helaas is het onmogelijk om binnen het kader van dit artikel de identiteit van alle 25 bioscopen die Den Haag in de jaren vijftig telde, te beschrijven. Als vertegenwoordigers van het totale Haagse bioscooppark gelden in dit artikel Metropole als premièretheater, Cineac als journaalbioscoop, Rex als doorvertoningstheater, Thalia als actiefilmtheater, De Uitkijk als art-house, Kriterion als studentenbioscoop, Olympia als familietheater en West End als navertoningstheater.